Lessons Learned ... de voorbereidingen aan de boot
... maar laat de grootte van het schip of de lengte van de To-Do lijst je niet tegenhouden!
Silmaril (I), het schip waar we twee keer voor langere tijd mee zijn weggeweest was een Friendship 33.
Op zich een goed
schip, zeker redelijk gebouwd, en in 1990 gold een 33-voeter als een 'groot' zeiljacht.
Dat is inmiddels wel veranderd. Voor onze uitgangspunten in 2002 en 2004 was het, met de nodige aanpassingen, voldoende -
maar we hebben vooraf wel wat werk in haar gestoken vòòrdat we vertrokken. De Etap 39S vroeg in dat opzicht veel minder
werk.
Terugkijkend hebben de voorbereidingen hun vruchten afgeworpen, en zijn zaken waarvan ik mij vóóraf afvroeg of het nu
echt noodzakelijk was toch nuttig gebleken. Vanuit deze invalshoek:
Water, Diesel en Electriciteit
Hoe mèèr water, diesel en electriciteit je kunt 'meenemen'
hoe onafhankelijker je wordt.
De noodzaak om een dure marina aan te doen wordt minder en je kunt op leukere plekjes komen, zonder de druk om na
twee of drie dagen weer een haven in te moeten.
Ruud heeft met een extra watertank, extra accu's, een zonnepaneel en kleine windgenerator de capaciteit vergroot.
Wij waren verbaasd hoe lang we met onze toch beperkte voorraad (150 liter water en 210 aH) toekonden - waarbij de
electriciteit (koelkastje!) het eerst een struikelblok zal zijn.
"Zeevast" moet steviger zijn dan je denkt!
Als je alleen binnenwater-ervaring hebt of nog geen langere tochten hebt gemaakt:
"zeevast" moet steviger, solider zijn dan je denkt....
Het is moeilijk uit te leggen hoe de boot kan stampen en rollen door zeegang, óók als er niet zoveel wind staat.
Of de kracht van een breker over je dek of in de kuip. Loop IJmuiden eens binnen met 6 BF NW? Wat niet ècht vast zit, komt gegarandeerd los in zwaardere zeegang.
Ik ben achteraf erg blij met de 'strenge' gewichtsverdeling, het feit dat ik ook ín de kastjes extra schotjes en
rekjes had gemaakt, dat we boven- en onderdeks voldoende grijpbeugels hadden ... en ga zo maar door.
Zwakke plekken in bootontwerp of inrichting komen onherroepelijk aan het licht - onze neerhouder zat bevestigd
in een oog op de plaat van de mastvoet, en met bakstagwind van 6-7 BF en gereefd grootzeil trok deze toch mooi
deze plaat in tweeën ... simpelweg geen zeewaardige oplossing.
Heb je zo'n mastje achterop, voor radar, antennes of zonnepanelen? Zorg dat deze muur- en muurvast zit,
daar mag géén beweging in zitten. Minimaal twee tuien, liefst massief naast de bevestiging aan de preekstoel.
Verstaging
Wij hebben onze verstaging niet vernieuwd, daar de boot pas 12 jaar oud was en 'licht' gebruikt. Vóór een volgende trip zou ik deze wel vervangen en het voorstag door één maat groter.
Bij serieuze 'vertrekkers' was dit vaak gebeurd, en we hebben nogal wat boten gezien die problemen hadden met de
(m.n. voor)verstaging. Zeker met een rolfoksysteem blijft dit een zwakke plek. Voor ons nooit en te nimmer een
rol-grootzeil, trouwens.
Zorg dat je spullen bij je hebt om een gebroken stag of want te kunnen opvangen. Voor ons was een (wegneembaar)
tweede voorstag een eis op het volgende schip.
Na de terugreis in 2003 met nog een stormpje in de Golf van Biskaje (7-8 BF) hebben we de
verstaging geheel moeten
laten vervangen. Was niet meer aan te spannen, zover uitgerekt. Controleer ook terdege of de afvoer van de krachten op de verstaging in orde is!
Ankerbeslag
Anker en ankerbeslag ... volg het advies op uit de Offshore Cruising Encyclopedia van Steve Dashew,
en neem het grootste en/of zwaarste anker mee, met minimaal
30 meter ketting, dat je hebben kunt.
Wij hadden een 15-kg Bruce, een (aluminium) Fortress èn een Brittany-anker mee, de eerste twee één slag groter
dan 'aanbevolen' voor onze lengte / gewicht. Ik zou nu voor een Spade als hoofdanker kiezen (foto).
Over het soort anker worden de meest verhitte discussies gevoerd - wij kwamen goed uit de voeten met datgene
wat we mee hadden. Een 'demper' van boeg naar ketting (zo'n 1.5 - 2 meter) verbeterd het comfort aanzienlijk
en neemt de spanning weg op ankerbeslag en/of kikker. Dat werkt ook als je aan een mooring ligt.
Zeilvoering
Zorg voor een goede, uitgebreide zeilvoering. Het inrollen van een grote genua tot werkformaat leer je snel af.
Wij hebben alle zeilen vernieuwd, in
Offshore Cruising kwaliteit. Als het mogelijk is, zorg dan voor de mogelijkheid van een
derde rif in het grootzeil.
We hebben dit derde rif meer gebruikt dan we vooraf hadden gehoopt ...
Een werk- of high-aspectfok en grotere voorzeilen voor lichter weer of
ruimere winden zijn noodzakelijk,
en als je de middelen hebt zou ik een een cruising chute / gennaker of
andere vorm van lichtweer-zeilen meenemen.
Wij geven de voorkeur aan een cruising chute boven een (bewerkelijker) spinnaker,
en kiezen voor afkruisen op achterlijke wind. Ik hem zo laten snijden dat ik er 60 graden aan de wind
mee kan varen. Onder 3 BF staat ze bij.
Van onze zeildagen waren er misschien 2 of 3 dagen met "ideale" omstandigheden
(3-4 BF, halve wind of iets achterlijk), de overige dagen staat er óf te weinig óf te veel wind.
Wij hebben erg veel tegenwind (ZW) gehad, en waren zeer verguld met de high-aspect fok.
De kleine, hoog opgesneden werkfok konden we met twee reven in het grootzeil laten staan tot 6-7 BF.
Lessons Learned
Water en Electriciteit
Standaard beschikt een Friendship 33 over 75 liter water, 50 liter diesel en één lichtaccu 80 aH.
Dat is wat weinig :)
WATERVOORRAAD
Ruud heeft op de Frienship een extra watertank ingebouwd (75 liter),
met een afsluiter gekoppeld aan de eerste tank.
Op lange rakken hadden we waterballast!
Tevens een pompkraan (Whale) gemonteerd, die zowel zout als zoet
(waterpompen houden er wel eens meer op) water kan oppompen.
ELECTRICITEIT
Allereerst hebben we de accu-capaciteit vergroot van 80 naar 210 aH (licht),
en alle accu's in een vaste,
ingelamineerde bak geplaatst met boven-geplaatste beugels. Zeevast, weet je nog?
De electrische bedrading is geheel vervangen en uitgebreid, met een nieuw en groter schakelpaneel,
hoofd-zekeringen bij de accu's en een shunt t.b.v. de battery-monitor. Echt onmisbaar zo'n ding!
Windgenerator
Door de boot heen heeft Ruud diverse extra contactpunten ingebouwd.
Enerzijds om overal over spanning te kunnen beschikken (ventilatortjes, laptop), anderzijds als ingang
voor het zonnepaneel - dat we daardoor overal op de boot konden neerleggen.
We konden (en wilden) geen grote wind-generator kwijt en hebben op de antennepaal een kleine,
compacte Forgen 500 gemonteerd.
Ongemerkt leverde deze toch zijn ampères, en samen met het 50 Watt zonnepaneel bleven de accu's op
peil als we zuinig waren met stroomverbruik.
We hebben heel weinig stroom hoeven draaien met de hoofdmotor, maar onze Friendship was heel basic.
Het huidige schip (Etap 39S) vraagt met gewoon gebruik al veel meer ampères, door grotere koelkast,
zware autopilot, meer apparatuur. Op een volgende trip monteer ik zeker twee vaste grote zonnepanelen.